spoorloos

zal ik van dit pleintje verdergaan 
opstaan van onder de onrust
wat me niet doenbaar lijkt
met een kapot kompas en een gescheurde kaart
met ergens in een achterzak een flard herinnering
waarvan ik hoegenaamd de plaats of tijd niet ken
en dus beginnen stappen, ergens naartoe,
naar de volgende boom
naar de vrouw met het hondje
naar  man op de fiets
voor even
en dan
waar naartoe